ZIEL
Over de wijsheid van oude culturen
– Klik op de afbeelding voor deze korte documentaire (4.31) –
| Documentaire | Artikel
5 à 6 minuten
| Naar meer verdieping
Plan een afspraak
Vind betekenis met deze leiderschapstraining.
In het begin der tijden schiep Raaf de wereld. Hij was god en vogel, van binnen mens. Nadat Raaf alles geschapen had, besloot hij een tijdje op de aarde te blijven. Hij hield van de mensen en de dieren en hij was nieuwsgierig naar hoe het met ze ging. Al had hij de wereld zelf gemaakt, hij wist niet alles wat er te weten was.
Raaf hield ervan met zijn kajak op zee te peddelen. Op een dag zag hij een grote walvis. ‘Hoe zou het er binnenin de walvis uit zien?’ Raaf wachtte tot de walvis gaapte. Toen de bek wijd open stond, roeide hij direct naar binnen. Hij bond zijn kajak aan een van de walvistanden en liep de ruimte in, dieper en dieper. De bek van de walvis sloot zich achter hem als een poort en het werd aardedonker om hem heen. Het ruiste en het kolkte. In de verte hoorde Raaf het geluid van een trom of donder,
Hij liep en liep tot hij in het binnenste van de walvis aankwam. De witte botten van de ribben van de walvis rezen als ivoren torens naast hem op. In het midden van de walvismaag zag Raaf een prachtig meisje dansen. De linten om haar voeten en haar handen verbonden haar met het hart van de walvis. Wat is ze mooi!, dacht Raaf Wat zou ik haar graag meenemen en met haar trouwen. Hij stapte vrijmoedig op haar af: ‘Ik ben Raaf. Ik heb de wereld geschapen. Wil je met mij meegaan de wereld in en mijn vrouw worden?’ Ze antwoordde: ‘Raaf, ik kan de walvis niet achterlaten. Ik ben zijn ziel. Als je wilt, blijf dan hier en houd me gezelschap, dat vind ik fijn.’
Toen gooide Raaf zijn snavel naar achteren en haalde zijn menselijk gezicht tevoorschijn. Hij wierp zijn vleugels opzij, legde zijn handen op zijn knieën en keek naar het dansende meisje. Als ze snel danste, leek het alsof de walvis zweefde. Als ze langzaam danste, dreef de walvis kalm op de golven van het water heen en weer. Toen danste ze zo stil, dat ze nauwelijks meer bewoog. Ze sloot haar ogen.
Raaf voelde een koele wind uit het spuitgat van de walvis komen. Opnieuw vroeg hij zich af hoe het zou zijn om het meisje mee te nemen de wereld in. Hij voelde een menselijk verlangen in zich opkomen en vergat wat ze gezegd had. Razendsnel trok Raaf zijn snavel over zijn gezicht en bedekte zijn armen met zijn vleugels. Hij greep het meisje. Hij hoorde de linten knappen toen hij samen met haar uit de walvis omhoogvloog naar de hemel toe. Beneden zich zag hij hoe het lichaam van de walvis op de golven van de oceaan met een smak op het strand terechtkwam. Hij hoorde de klap. Het leven uit de walvis vertrok en tegelijkertijd werd het meisje in de armen van Raaf kleiner en kleiner, tot ze helemaal was verdwenen.
En zo begon Raaf te begrijpen dat alles wat leeft een ziel heeft en sterft als je haar eruit haalt.
Inuïtverhaal uit Alaska, opgetekend rond 1924