IK LEER EEN NIEUWE VAARDIGHEID
Welke vaardigheid heb je in deze situatie nodig?
| Artikel
14 à 15 minuten
| Naar meer verdieping
Plan een afspraak
– Tekst ‘Ik leer een nieuwe vaardigheid’ gaat onder het kader verder –
Gregory Bateson (1904-1980) was een Brits-Amerikaanse antropoloog, sociaal wetenschapper, linguïst, en cyberneticus die bekendstaat om zijn werk op het gebied van systeemtheorie, communicatie en ecologie van de geest. In zijn boek ‘Steps to an Ecology of Mind’ (1972) beschrijft hij zijn ideeën over communicatie en gedragsverandering in systemen, inclusief het menselijke systeem. Hij ontwikkelde de gedachte van logische niveaus van leren. Je kunt je namelijk op verschillende niveaus persoonlijk ontwikkelen.
De basisgedachte van Bateson is dat er een hiërarchie in die niveaus van leren zit. Hij onderscheidde zes niveaus: betekenis, identiteit, overtuigingen, vaardigheden, gedrag en omgeving. Het is een baanbrekende gedachte om de hiërarchie en de verbanden tussen die elementen te ontdekken. De gedachte van Bateson is later door Robert Dilts (1955-heden), een prominent figuur in de wereld van Neuro Linguïstische Programmeren (NLP), verder verfijnd en uitgewerkt.
Het is een belangrijk element geworden in de praktijk van coaching, therapie en veranderingsmanagement. Het betekent namelijk ook dat je op verschillende niveaus kunt interveniëren en begeleiden. Hoe dieper het niveau des te duurzamer en wezenlijker de verandering en transformatie is. En de krachtigste vorm van interventie is op identiteitsniveau. Betekenis is meer een gevolg van de andere niveaus.
Normaliter worden de niveaus in een piramide onder elkaar uitgebeeld. Veelal wordt er geadviseerd om de identiteit van iemand vast te stellen door bijvoorbeeld terug te gaan naar de periode waar deze is ontstaan, daar elementen los te laten, te veranderen of elementen aan die identiteit toe te voegen. Een oefening in de NLP is bijvoorbeeld ‘Changing Personal History’ waar je met behulp van verschillende bestaande herinneringen de emotie en daarmee de kleur van belemmerende herinneringen en gebeurtenissen in je verleden kunt veranderen.
Een andere mooie manier is om naar het systeem te kijken waarin je bent opgegroeid en hoe je daar in relatie tot die betekenisvolle anderen jezelf vormde, ontwikkelde en aanpaste. Je koos een gedragsstrategie met bijhorende normen, waarden, overtuigingen die je destijds het beste paste. In die strategie ontwikkelde je ook de prachtigste vaardigheden. Een uitdaging ontstaat omdat die gedragsstrategie in het hier en nu onvoldoende werkt of dat je daar last van krijgt. In bijvoorbeeld een familie-opstelling ga je terug naar die aanpassing, maak je jezelf daarvan los en kies je een nieuwe beweging.
1. Betekenis
Definitie: Het niveau van betekenis is het diepste niveau en heeft betrekking op je diepe doelen, intenties en zingeving die je in het leven nastreeft. Dit kan onder andere je persoonlijke missie, je spirituele overtuigingen en je levensdoelen bevatten. Het geeft je betekenis. Hier worden vier vormen van betekenis onderscheiden die afhankelijk van je levensfase kunnen zijn.
Helpende vragen:
1. Wat zou er gebeuren als ik met aandacht en bewustzijn steeds de dingen doe die me plezier, enige mate van spanning en zin geven? Welk pad ga ik dan lopen?
2. Op welk gebied ontbreekt het me nu aan betekenis? En wat zou ik doen als tijd een van mijn kostbaarste goederen in het leven is?
3. Hoe speelt spiritualiteit in mijn leven? En hoe zou ik die kennis en wijsheid met wat discipline meer kunnen integreren in mijn dagelijks leven?
2. Identiteit
Definitie: Dit niveau verwijst naar je kernidentiteit als een persoon. Het bepaalt wie je bent, je zelfbeeld, je bewustzijn en daarmee je gevoel als individu: het vormt wie je in je authenticiteit bent. Het is een wat abstract begrip. In het kader daarvan is goed om te weten dat in Oosterse filosofie dit begrip niet hebben en dat ze identiteit formeren op basis van elementen:
– Bewustzijn | Chitt: je hebt het vermogen om een beeld te vormen en dat te veranderen.
– Zintuigen | Manas: we nemen visueel, auditief, kinesthetisch, olfactoir en gustatoir waar.
– Apart | Ahankar: iets denkt dat je apart bent van de ander (én er is ook iets wat niet apart is, maar dat voert hier te ver).
– Proces | Buddhi: met de informatie van onze zintuigen start een proces.
Helpende vragen:
1. Wie wil ik als persoon in relatie tot mijn dierbaren, anderen en de wereld zijn?
2. Hoe kan ik mijn gevoel van zelfbewustzijn vergroten om daarmee mijn authenticiteit van mijn dagelijks leven te versterken?
3. Wat er gebeurt er als ik meer vanuit chitt, manas, ahankar en buddhi handel? Met welk normen, waarden, behoefte en perspectieven kan ik naar mezelf en de wereld kijken? En welke helpen mij daarbij?
3. Overtuigingen
Definitie: Op dit niveau bevinden zich jouw diepe overtuigingen en waarden van jou: je geloofssysteem. Vanuit dit systeem interpreteer je de wereld. Het geeft je perspectief en daarmee betekenis, waarde en oordeel aan de situaties in je leven. Je handelt op basis van dit geloofssysteem en dat ligt vaak onbewust ten grondslag aan je keuzes, je vaardigheden, je gedrag en de omgeving waarin je beweegt.
Helpende vragen:
1. Hoe kan ik mijn geloofssysteem onder de loep nemen en actief onderzoeken? Welke ervaringen helpen me daarbij?
2. Welke overtuigingen ondersteunen mijn persoonlijke groei en geestelijk en lichamelijk welzijn, en welke belemmeren deze?
3. Als ik het andere uiterste van een overtuiging zou hanteren welke vaardigheid en welk gedrag komt er dan naar voren en welk effect heeft dat op mezelf, de ander en mijn omgeving?
4. Vaardigheden
Definitie: Dit niveau betreft de specifieke bekwaamheden, capaciteiten en competenties van jou. Het omvat zowel je cognitieve, je sensitieve als je fysieke vaardigheden die je gedurende je leven door te leren, (werk)ervaring en je persoonlijke ontwikkeling hebt eigen gemaakt.
Helpende vragen:
1. Welke nieuwe vaardigheden kan ik leren om mijn persoonlijke ontwikkeling en mijn geestelijk en lichamelijk welzijn te bevorderen?
2. Welke vaardigheden schieten door en zorgen dat ik steeds in die lastige situatie terechtkom?
3. Op welke manieren kan ik mijn vaardigheden verbeteren? Welke ervaringen helpen me daarbij?
5. Gedrag
Definitie: Het gedragsniveau verwijst naar de observeerbare acties en reacties van jou op de ander, de groep of andere signalen uit je omgeving. Het gaat daarbij om je bewuste, maar ook om je onbewuste automatische, instinctieve en routinematige gedragingen. Dit omvat zowel je verbale als je non-verbale handelingen, bewegingen en expressies.
Helpende vragen:
1. Welke gewoonten en gedragingen dragen bij aan mijn persoonlijke groei en geestelijk en lichamelijk welzijn? En welke belemmeren deze groei en welzijn?
2. Welke gedachten, lichamelijke sensaties en emoties zijn verbonden met welke gedragingen?
3. Hoe kan ik bewuster worden van mijn automatische, instinctieve en routinematige gedragingen en deze transformeren naar meer constructieve patronen die mij in contact met de ander en mijn omgeving beter dienen?
6. Omgeving
Definitie: Dit is het meest externe niveau en omvat de omgeving waarin jij je bevindt, zoals je huis, je werkplek, je vriendenkring, je familie et cetera. Het wordt gezien als het laagste niveau. Belangrijke invloeden zijn letterlijk de fysieke ruimte, de culturele invloeden of de werkcultuur, de sociale omstandigheden en verhoudingen en andere signalen en factoren die vanuit die omgeving van invloed zijn op je staat van zijn.
Helpende vragen:
1. Hoe kan ik de signalen uit mijn omgeving beperken, beter structureren en aanpassen om mijn geestelijk en lichamelijk welzijn en groei te ondersteunen?
2. Welke signalen en invloeden uit mijn omgeving hebben een negatieve impact op mijn gemoedstoestand en hoe beïnvloedt dat mijn lichamelijk welzijn?
3. Hoe is de verhouding tussen de verschillende omgeving waarin ik me beweeg en wat kan ik van deze omgevingen leren?
Ik werk – in plaats van de reis naar je verleden naar bijvoorbeeld de eerste jaren van je leven en de ontstaanswijze van je gedrag – persoonlijk liever met het aanreiken van nieuwe ervaringen op de verschillende niveaus in het hier en nu. Jij en ik zijn lerende en bewuste wezens. Niet alleen leer je er in dat moment iets nieuws en wezenlijks dat in je uitdagende situatie ertoe doet. Juist door in alle vrijheid een nieuwe vaardigheid of gedraging eigen te maken, passen overtuigingen zich aan en/of krijg je er nieuwe bij. In die perspectiefverandering beweegt je identiteit mee. Je kijkt met een andere blik naar jezelf, het leven en de wereld.
Als je die gedachte volgt dan is het in mijn ervaring beter om die logische niveaus van leren in een cirkel te zetten. Elk niveau heeft namelijk – mits het een significante ervaring is – een krachtig invloed op een ander niveau. En betekenis staat in het midden omdat het veelal een gevolg is van die andere niveaus.
Dit is het meest externe niveau en omvat de omgeving waarin jij je bevindt, zoals je huis, je werkplek, je vriendenkring, je familie et cetera. Het wordt gezien als het laagste niveau. Belangrijke invloeden zijn letterlijk de fysieke ruimte, de culturele invloeden of de werkcultuur, de sociale omstandigheden en verhoudingen en andere signalen en factoren die van invloed zijn vanuit die omgeving op je staat van zijn.
Het gedragsniveau verwijst naar de observeerbare acties en reacties van jou op de ander, de groep of andere signalen uit je omgeving. Het gaat daarbij om je bewuste, maar ook om je onbewuste automatische, instinctieve en routinematige gedragingen. Dit omvat zowel je verbale als je non-verbale handelingen, bewegingen en expressies.
Dit niveau betreft de specifieke bekwaamheden, capaciteiten en competenties van jou. Het omvat zowel je cognitieve, je sensitieve als je fysieke vaardigheden die je gedurende je leven door te leren, (werk)ervaring en je persoonlijke ontwikkeling hebt gerealiseerd.
Op dit niveau bevinden zich jouw diepe overtuigingen en waarden van jou: je geloofssysteem. Vanuit dit systeem interpreteer je de wereld. Het geeft je perspectief en daarmee betekenis, waarde en oordeel aan de situaties in je leven. Je handelt daarmee op basis van dit geloofssysteem en dit ligt dus ten grondslag aan je keuzes, je vaardigheden, je gedrag en de omgeving waarin je beweegt.
Dit niveau verwijst naar je kernidentiteit als een persoon. Het bepaalt wie je bent, je zelfbeeld, je bewustzijn en daarmee je gevoel als individu: het vormt wie je in je authenticiteit bent. Het is een wat abstract begrip. In het kader daarvan is goed om te weten dat in Oosterse filosofie dit begrip niet hebben en dat ze identiteit formeren op basis van elementen: bewustzijn: je hebt het vermogen om een beeld te vormen en dat te veranderen; zintuigen: we nemen visueel, auditief, kinesthetisch, olfactoir en gustatoir waar; apart: iets denkt dat je apart bent van de ander (én er is ook iets wat niet apart is, maar dat voert hier te ver); proces: met de informatie van onze zintuigen start een proces.
Het niveau van betekenis is het diepste niveau en heeft betrekking op je diepe doelen, intenties en zingeving die je nastreeft in het leven. Dit kan onder andere je persoonlijke missie, je spirituele overtuigingen en je levensdoelen bevatten. Het geeft je betekenis. Hier worden vier vormen van betekenis onderscheiden die afhankelijk zijn van je levensfase kunnen zijn.
Logische niveaus in een schematische cirkel weergegeven zodat je ziet hoe elk niveau van ontwikkelen invloed heeft op een ander niveau van ontwikkelen. En dat betekenis een afgeleide is van die niveaus van ontwikkelen.
Klik op de punten voor de definities van de diverse niveaus.
Het opent een eenvoudige en krachtige manier van interveniëren en begeleiden die vaak veel van de begeleider vraagt. In zijn weg van klacht, probleem van de cliënt en het aandeel van de client in dat betreffende probleem, is de diagnostiek van de persoonlijkheidsstructuur met bijbehorende gedrag essentieel. Om vervolgens een passende en benodigde leerervaring te geven die past bij de persoonlijke ontwikkeling en de fase van de begeleiding.
Wat zou er namelijk gebeuren als je in een nieuwe veilige, heilige en vrije omgeving door oefeningen nieuwe vaardigheden en manier van gedragen krijgt aangereikt waardoor de kleur van je bestaande herinneringen verandert? En stel dat je die nieuwe ervaringen op een wezenlijke manier kunt voelen? Welke overtuigingen en vaardigheden worden dan geleerd? Wat zou er dan met je identiteit gebeuren? Welk perspectief krijg je dan? Wie wil je dan zijn of worden? Dat is steevast een van mijn doelen.
“Vertel het me en het waait door me heen.
Laat het me zien en ik weet het morgen nog
Laat het me voelen en ik weet het de rest van mijn leven.”
Met kleine interventies vanuit verschillende perspectieven en uiteenlopende hoeken kun je in een korte tijd wezenlijke veranderingen en transformaties op vrij eenvoudige wijze bewerkstelligen, is mijn ervaring. Het verborgen potentieel wordt met een nieuwe lerende ervaring op een krachtige wijze aangesproken. Er is wel een voorwaarde: oefenen in het dagelijks leven. Maar dat is eigenlijk nooit een probleem. Er is een deur opengegaan. Je hebt iets gevoeld en je wilt eigenlijk niet meer anders. Die ervaring zit in je en die dien je alleen maar in je dagelijks leven verder uit te bouwen.
“Inzicht is niets waard
Inzicht en keuze zijn weinig waard.
Inzicht, keuze en een beetje oefenen helpen een beetje.
Inzicht, keuze en bewust, aandachtig oefenen veranderen je leven.”
Ik ken dat mantra van het grote in het kleine leren en het bijhorende domino-effect natuurlijk als geen ander. Anders zou ik niet op dit wezenlijke niveau kunnen begeleiden. Als een jongen die op jonge leeftijd zijn vader verloor en onbewuste de taak op zich had genomen om voor zijn moeder en zijn zusje te zorgen, was het een enorme weg – en dat is het af en toe nog steeds – om mijn eigen behoefte te voelen en te volgen, niet met mijn aandacht en bewustzijn alleen bij de ander te zijn en de daadkracht van het mannelijke te voelen. Hoe doe je dat als je geen voorbeeld hebt?
Door dat later in kleine interventies te leren, andere vaardigheden en overtuigingen te ontwikkelen en je de wezenlijke vraag te stellen wie je in deze wereld wilt zijn en wat je daarin wil betekenen. Om vervolgens in steeds grotere persoonlijke ontwikkelingsschokken dat in je dagelijks leven en je werk toe te passen en te integreren. Mijn identiteit en blik op de wereld is het afgelopen decennium op een significante en wezenlijke manier veranderd.
Mijn ervaring is dat persoonlijke ontwikkeling niet alleen groots, emotioneel en meeslepend hoeft te zijn. Dat een wezenlijke verandering ontstaat door juist steeds kleine, eenvoudige en wezenlijke interventies te doen. Je merkt op een gegeven moment dat je blik op de wereld is veranderd. Dat je ongemerkt met een andere kleur bril naar de ander of een situatie kijkt. Je hebt ander perspectief gekregen en een andere waarneming waardoor je met nieuwe geleerde vaardigheden en andere overtuigingen op een andere manier in het moment handelt.
In de praktijk wordt weleens vergeten dat in het model van Bateson elk niveau invloed heeft op elk ander element. Juist met aandacht en bewustzijn vanuit een specifiek niveau te handelen, zorgt ervoor dat die wisselwerking krachtig en effectief wordt. Vaardigheden zoals het beter aangeven van grenzen hebben invloed op je overtuigingen, je identiteit en je gedrag en laten je ook anders met de signalen uit je omgeving omgaan. Denk aan betere zelfzorg, focus op je eigen behoeften et cetera.
Je kunt jezelf een aantal vragen stellen. Allereerst hoe spelen die niveaus bij een specifieke uitdaging of probleem. Als professional stel ik mezelf altijd de vraag hoe ik een uitdaging of probleem van een client of deelnemer het beste kan benaderen. Wat helpt nu? Welke lerende ervaring of combinaties van ervaringen werkt op dit punt nu in de begeleiding of training het effectiefst? En welke invloed heeft dat op die andere niveaus? Wat is het mogelijke domino-effect in de ander? Om zo met effectieve stappen die client te helpen bij zijn of haar uitdaging.
In mijn begeleidingen, workshop, leiderschapsprogramma, inspiratiesessies en leiderschapsreizen is nagenoeg altijd het doel om dat fundament van de identiteit aan te raken. Om hier iets te laten bewegen, los te laten of aan te reiken. Er ontstaat op een diep niveau rust, meer plezier, vrijheid en betekenis. Dat maakt mijn werk ook zo verschrikkelijk dankbaar. En dat geeft natuurlijk ook een grote verantwoordelijkheid.
En ik heb daar een stelregel voor. Waar beroemde psychiater Irvin Yalom zegt dat vertrouwen het middel is om op een verantwoordelijke manier in een begeleiding tot heling te komen, ga ik graag een stapje verder. Ik denk – met een stevig potje ethiek en professionaliteit – dat liefde de grootste helende factor is. Liefde is de enige emotie waarvan bekend is dat het intelligentie verruimt, volgens Humberto Maturana – een Chileense bioloog wiens werk reikte tot de filosofie en de cognitieve wetenschap. Liefde is de stroom die ons doet transformeren.
De liefde om een ander mens terzijde te staan en te begeleiden is het uitgangspunt. En als ik die ‘liefdevolle klik’ met een client of deelnemer niet voel dan werk ik niet met hem of haar. Als een uitdaging, wond of zelfs een diepgaand trauma met liefde in die levensstroom van nieuwe ervaringen wordt gelegd, verwatert het. En dat is zo’n groot cadeau. Niet alleen om dat te ervaren, maar ook omdat elke keer weer in liefde te kunnen faciliteren. Die verantwoordelijkheid ligt daarin van nature op een gezonde manier opgesloten.
Onze omgeving – met die ongekende mogelijkheden en die grote hoeveelheid signalen – tart als geen ander de elementen die we niet zo goed hebben geleerd. Waar we vroeger een natuurlijke rust of balans over ons hadden, hebben we die vaak nauwelijks meer. Er zijn zoveel verleidingen waardoor we nauwelijks tot onszelf kunnen komen. Onze onvolkomenheden komen in onze cultuur en maatschappij eerder aan het licht, is mijn ervaring. Persoonlijke ontwikkeling en leiderschap is dan in deze maatschappij ook broodnodig om je eigen pad te volgen en geen speelbal van je omgeving te worden.
In de praktijk is zo’n nieuwe vaardigheid lastig te realiseren omdat achter die vaardigheid een heel geloofssysteem zich schuilhoudt die je in de eerste jaren van je leven hebt opgedaan. Het eerst wat opkomt bij het aanleren van nieuwe vaardigheden is dat cliënten of deelnemers schuld of schaamte ervaren. Juist dat zijn vaak tekenen van nieuwe gedrag. Je laat iets zien wat je nog niet eerder hebt laten zien of je breekt met een oud patroon. Dat zorgt altijd voor de ongemakkelijke gevoelens.
Als je dat systeem niet verandert dan is de vaardigheid niet duurzaam. Als je je grenzen dan aangeeft en minder gaat werken of minder gaat zorgen dan word je niet door een overtuiging ondersteund. ‘Dit hoort niet’, zegt de cliënt dan vaak. En voor je het weet, zie je die grens langzaam weer verschuiven en zit je weer in je oude patroon. Daarom is bij het aanleren van nieuw gedrag of andere vaardigheden belangrijk om je geloofssysteem te onderzoeken en aan te passen.
Het effect van een gezonde omgeving op de verschillende niveaus van ontwikkelen en betekenis.
Klik op de punten voor andere interventies.
We kunnen niet alles in die eerste en misschien wel meest betekenisvolle jaren van ons leven leren. Het fundament van ons gedrag ontstaat zoals hierboven genoemd in die eerste jaren van ons leven. En we nemen dat de rest van ons leven als een blauwdruk mee. Al onze nieuwe ervaringen worden op dat fundament gebouwd. Totdat we goed gaan renoveren. Dan kun je iets aan die blauwdruk gaan doen.
We kiezen vaak het gedrag, de manier van communiceren of de vaardigheid die het beste past bij de signalen van onze dierbaren in die eerst jaren. De manier die ons de meeste aandacht, veiligheid en liefde geeft. En de wijze die ons het beste beschermt tegen de lastige signalen uit die omgeving.
En we kiezen in onze aanpassing dan meestal voor uitersten. Je ziet bijvoorbeeld goed wat de ander nodig heeft of je hebt een enorme flexibiliteit ontwikkeld in plaats van dat je je eigen behoefte voelt. Of misschien ben je iemand die graag die lastige en moeilijke klussen op zijn schouders neemt en alles graag regelt. Je handelt met een enorm overzicht in stressvolle en lastige situaties en kunt goed met druk omgaan. Met deze vaardigheid vind je het vaak lastig om te zeggen dat je het niet weet en vraag je niet zo snel om hulp.
In die uiterste keuzes zit ook een receptuur van stress en burn-out verscholen. Als het lastig wordt dan word je nog flexibeler of je gaat juist nog meer regelen. Het schiet door. Het betekent dat je over een interne – lichamelijke – grens gaat en er ontstaat stress. Je wordt alert. Niet alleen geestelijk, maar ook lichamelijk.
Je lichaam maakt cortisol, adrenaline, non-adrenaline aan en bereidt zich voor op die uitdagingen in je omgeving. En een constante geestelijke en lichamelijke alertheid levert krachtige lichamelijke klachten: verhoogde hartslag en bloeddruk, versnelde ademhaling, versnelde stofwisseling om energie vrij te maken, onderdrukking van immuunsysteem et cetera. Je slaapt slecht, kan je steeds moeilijker ontspannen. En je bent gevoeliger voor ontstekingen waardoor – in combinatie met ongezond eten en onvoldoende lichaamsbeweging – fysieke ziektes ontstaan.
Als dit te lang duurt of te intens is, zegt het lichaam op een gegeven moment stop. Focus op die bloeddruk, die hartslag of die versnelde ademhaling is dan symptoombestrijding. Zeker als je daarvoor medicijnen gebruikt. Iets in ons zorgt ervoor dat we in deze staat van zijn komen. We zijn een holistisch wezen. Ook ontspanning is slechts een manier om de symptomen te bestrijden. In de rust en stilte verdwijnen vaak de klachten doordat er minder interne en externe signalen zijn die je in die alerte staat van zijn brengen. Maar wat gebeurt er als je weer aan de signalen van de omgeving wordt blootgesteld?
Het is dan beter om onder de motorkap te kijken. Welke uitersten in gedrag en vaardigheden met daaronder krachtige overtuigingen brengen je nu in de penarie? Welke vaardigheid heb je te leren om met de ander en de omgeving om te gaan? Wellicht heb je een nieuwe levensmantra nodig.
Het is altijd dankbaar om dit werk te doen. Het is vaak zo simpel. Je leert iemand beter zijn grenzen aan te geven en installeert een mantra dat zegt: “Als je goed voor jezelf zorgt dan ben je daarin een voorbeeld voor anderen en ben je ook beter in staat om voor anderen te zorgen.” Je leert bijvoorbeeld om je eigen behoefte op de eerste plaats te zetten. Je hebt dat vroeger niet zo goed geleerd. Tijd om het nu te leren. Of je doet de dingen niet meer alleen en je ontdekt dat in samen, hulp vragen en ontvangen een prachtige kwetsbare en vruchtbare verbinding ontstaat. Er ontstaan dan zoveel meer mogelijkheden. En met de ruimte en ontspannenheid ben je beter gewapend tegen een stressvolle periode. Want die zullen zich in je leven blijven aandienen.
Het aanleren van zo’n nieuwe vaardigheid met bijhorend gedrag roept onherroepelijk schaamte en schuld op. Met die schaamte en schuld leer ik een cliënt omgaan. Het is een voorwaarde om bij dat gevoel en die gedachte te blijven om een nieuwe vaardigheid of overtuiging te leren. Die schaamte en schuld zijn signalen die aangeven dat je breekt met je aangeleerde patroon: het zijn richtingsaanwijzers van nieuwe vaardigheden.
Als bij het ontwikkelen van nieuw gedrag of een nieuwe vaardigheid geen nieuwe overtuiging manifesteert dan beklijft het gedrag en die vaardigheid vaak niet. In de waan van de dag verdwijnt het dan naar de achtergrond omdat het onvoldoende fundament heeft doordat de oude overtuiging je naar het oude gedrag laat bewegen. Als dat gebeurt dan zoom ik wat dieper in op de overtuigingen en de identiteit.
Je vindt vervolgens een nieuwe manier om je te verhouden tot de ander, een situatie of een specifiek wereldbeeld. Stress en burn-out zijn een groot cadeau als je die diep gelegen oorzaken onder de loep neemt en daar iets meedoet. Je wordt een ‘heler’, rijker en voller mens.