JE GEDRAG ONTRAFELEN EN EEN NIEUWE STAP ONTDEKKEN
OVERZICHT – ONTRAFEL JE GEDRAG EN PATRONEN
DOEL
Een verband proberen te leggen tussen hedendaagse handelingen en ervaringen in het verleden om vervolgens een nieuwe beweging proberen te ontdekken.
De eerste stap is dat je bewust bent dat je huidig gedrag vaak gekoppeld is aan je verleden. Volg onderstaande stappen die uit de Transactionele Analyse (TA) komen, koppel je huidig gedrag aan je verleden, herken het patroon en maak een andere keuze als je voor een vergelijkbare situatie staat. Je stapt daarmee uit de cirkel.
Figuur: Ontstaanswijze van je automatismen en patronen en het effect op je gedrag in het hier en nu.
1. Ga rustig zitten op een stoel, sluit je ogen, adem een paar keer diep in en uit. Je kan hiervoor de meditatie-instructie gebruiken.
2. Ga naar de ervaring en het gedrag dat je wilt onderzoeken. Visualiseer de desbetreffende situatie. Probeer de emoties, lichamelijke sensaties en gedachten weer te ervaren die je toen had. Ervaar je het weer?
3. Concentreer je op de gedachten, emoties en lichamelijke sensaties. Wanneer had je nog meer? Herken je dit patroon? Zie je dat je dit vaker hebt meegemaakt?
4. Waarschijnlijk kom je op een reeks van gebeurtenissen en zie je dat dit geen losstaand incident is. Je doet het vaak op deze manier.
5. Probeer zo ver mogelijk terug te gaan. Probeer naar de eerste herinneringen te gaan waarbij je vergelijkbare gedachten, emoties en lichamelijke sensaties had. Als je met aandacht bij deze drie dingen blijft zul je zien dat de ene herinnering vaak een andere herinnering opent. Neem de tijd en doe het rustig.
6. Als je dit hebt gedaan kun je vervolgens kijken of je onderstaande cirkel kan invullen. Daarmee koppel je je huidig gedrag aan het verleden en zie je hoe je uit de cirkel kan stappen.
Hoe dat er uit kan zien kun je zien in onderstaand voorbeeld. Het voorbeeld is uitgewerkt onder de afbeeldingen. Wil je meer informatie en inspiratie over gedragspatronen, kijk dan eens naar onderstaande inspiratie.
– Klik voor meer inspiratie over gedragspatronen. Tekst ‘Ontrafelen’ gaat onder de afbeeldingen verder –
‘De moeder vertelt het meisje dat ze van de kleine stad naar de grote stad gaan verhuizen. De mededeling komt uit de lucht vallen. Hoe moet dat op school en met haar beste vriendin? De bodem is onder haar weggeslagen. Haar maag draait om. Ze is ontroostbaar.’
In je vroege jeugd hebben gebeurtenissen een grote invloed op je gedrag. Het is meestal een serie van gebeurtenissen die het gedrag beïnvloeden. Het mooiste is om naar de vroegste herinneringen te gaan, waar een (onbewust) besluit is genomen. Dat kunnen heftige gebeurtenissen zijn, maar soms was het een kleine gebeurtenis die verbaal of non-verbaal overdonderend overkwam bij het kind.
‘Zelfs haar moeder kan haar niet beschermen.’, is de eerste gedachte die in haar opkomt. ‘Ik kan het beste de dingen in mijn eentje doen en op mezelf vertrouwen.’
Ons geheugen is subjectief. Herinneringen hoeven niet chronologisch te zijn en gebeurtenissen kunnen worden gecombineerd. De één onthoudt het dus anders dan de ander. De vraag is dan hoe dat kleine kind de gebeurtenis heeft geïnterpreteerd. Wat voelt hij of zij? Welke gedachten, lichamelijke sensaties en emotie maken die ervaring bij dat kind los. En belangrijker welke beweging vloeit voort uit het deze drie-eenheid.
‘Het wonen in de grote stad is een stuk minder leuk. Het meisje is bedrukt. Vroeger speelde ze buiten met haar beste vriendin. Nu speelt ze alleen binnenshuis. De interpretatie die ze in de kleine stad maakte, wordt een stevige conclusie. Ze mist haar vriendin. Elke avond ligt ze te huilen in bed. Vertrouw alleen op jezelf, doe de dingen in je eentje en bind je niet te veel aan vriendinnen. Het kan zomaar over zijn.’
Die specifieke gebeurtenis zet de toon, maar in de loop van de tijd vangt het kind meestal subjectieve signalen op of zijn er andere gebeurtenissen die de interpretatie vaak bevestigen. De interpretatie wordt daarmee vastgezet en voor hem of haar een waarheid.
‘Je moet niet te veel afhankelijk zijn want dat doet alleen maar pijn.’
Een overtuiging is het venster waardoor we naar de wereld kijken. Het bepaalt mede onze normen, waarden en ons dagelijks handelen. Dit patroon wordt een onderdeel van onze blauwdruk.
‘Je kan de dingen het beste in je eentje doen.’
Onbewust is er dus een besluit genomen. Een besluit dat op een verborgen manier in de vorm van een algoritme in ons verankerd zit. Als we een specifieke combinatie van gedachten, lichamelijke sensaties en een emoties voelen zullen we dit gedrag oproepen. Dat heeft destijds gewerkt en nu dus ook.
‘Op haar werk regelt ze de dingen goed. Ze laat nooit het achterste van haar tong zien en ze heeft een soort harnas om haar heen waardoor ze onkwetsbaar lijkt. Samenwerken is lastig en als het erop aankomt gaat ze vooral haar eigen gang en doet wat zij belangrijk vindt.’
Als in het hedendaagse leven zich dus een situatie met dezelfde combinatie van gevoelens, lichamelijke sensaties en gedachten voordoet, dan schakelen we automatisch ons aangeleerde gedrag in. Ons eerste antwoord op hoe we het thuis hebben aangetroffen. Er zitten prachtige talenten, vaardigheden en capaciteiten in verscholen. In bovenstaand voorbeeld zijn onafhankelijkheid, sterk, veel kunnen dragen en makkelijk dingen kunnen regelen capaciteiten die in het gedrag opgesloten zitten, maar het kan ons ook beperken.
‘Ze werkt hard en regelt de dingen goed. Maar ze is som niet te peilen en op cruciale momenten gaat ze haar eigen gang en overlegt ze nauwelijks met ons’, is wat ze terugkrijgt van haar manager en collega’s. Ze vinden het lastig om met haar samen te werken.
Doordat ze zich niet bewust is van haar gedrag, komt ze regelmatig in dezelfde situatie terecht. Collega’s vinden het lastig om met haar samen te werken en ze doet het veelal in haar eentje. Ze creëert daarmee een situatie die vergelijkbaar is aan vroeger. Wat je in de praktijk vaak ziet gebeuren, is dat je een werksituatie die vergelijkbaar is met je gezinsdynamiek van vroeger aantrekkelijk vindt. Dan kan je je favoriete rol spelen en daar voel je je toe aangetrokken.
‘Zie je wel. Je kan het beter in je eentje doen dan met anderen. Dan gaan de dingen sneller en makkelijker.’
Doordat ze niet bewust is van haar gedrag, komt ze regelmatig in dezelfde situatie terecht en heeft ze datzelfde vervelende gevoel van vroeger. Ze heeft niet in de gaten dat ze juist de aanstichtster is van dat gedrag en dat het gedrag haar besluit bevestigt met het gevolg dat ze de strategie verder blijft volgen.
Vrijheid ontstaat dus als je weet dat je gedrag in het heden vaak gekoppeld is aan gedrag in het verleden. De vrouw in bovenstaand voorbeeld voelt aan haar gedachten, emoties en lichamelijke sensaties dat ze het weer in haar eentje wil gaan doen. En ze weet inmiddels wat het effect is op de ander en het gevoel wat ze daarvan krijgt.
Als ze dat ziet, voelt en begrijpt, is het makkelijker om nu een andere beweging te maken. Bijvoorbeeld door even stil te staan een pas op de plaats te maken en juist de ander op te zoeken of om hulp te vragen. En dat is heel moeilijk. Je bevindt je dan op nieuw terrein. Als ze het eenmaal met vallen en opstaan geprobeerd heeft, zal ze merken dat haar omgeving anders gaat reageren. Ze stapt daarmee uit het patroon en uit de cirkel.
In een coachingstraject identificeren we dit patroon, maar belangrijker we oefenen de stap uit de cirkel. Dan heb je in een veilige omgeving dat nieuwe gedrag gevoeld, zodat je het makkelijker in de praktijk kan toepassen.
Schrijf je in:
Je vindt ons hier:
Schrijf je in:
Je vindt ons hier: