Als rouw niet genomen wordt. Als je vlucht, ontkent, je gevoelens overdekt, vecht of verdooft dan is de pijn nog in je. Op de meest onverwachte momenten word je dan overvallen door de pijn in een huidig contact of moment. Je hebt het niet onder controle. En soms heb je geen flauw idee wat er gebeurt en waar het vandaan komt. Het gevolg van niet genomen pijn en rouw is dat je vaak minder in staat bent om je te verbinden. Het stokt. Je bent nog steeds gebonden met het verlorene en minder verbonden met de liefde die het je heeft gegeven en nog steeds geeft vanuit de ervaring en de herinnering. Soms verbind je je helemaal niet meer. Angst om weer zo’n verlies te moeten nemen. Angst voor de ondraaglijke lichamelijke en geestelijke pijn die het met zich meebrengt. De achterkant van het niet verbinden is dat je ook niet meer de liefde kan toelaten. Twee taken komen bovendrijven. Je rouwt om wat er niet meer is (extern: persoon, baan, project) en je rouwt om datgene wat in jouw verbonden is (intern: met die persoon, baan, project etc.) en – eventueel – onvoldoende heeft kunnen bloeien. Manu Keirse – klinisch psycholoog en expert in rouw – stelt dat er vier fasen zijn waarin je de taken uitvoert:
1. De werkelijkheid van het verlies onder ogen zien;
2. De pijn van het verlies ervaren;
3. Aanpassen aan de wereld;
4. Herinneren en weer leren genieten.
Hij schreef er prachtige boeken over waaronder ‘Helpen bij verlies en verdriet‘ waarin hij op genuanceerde wijze en met veel gevoel over verlies, verdriet, liefde en rouw schrijft.