BLOG | NORBERT KOOPEN

GOOCHELAAR

21 januari 2024 – Leestijd 2 minuten

“Ben jij die goochelaar?” Met mijn mond vol tanden en krat met trainingsspullen sta ik in een brandweerkazerne van Amsterdam. Ik schrik en barst daarna in lachen uit. Mijn zenuwen verdwijnen als sneeuw voor de zon. Dit ken ik. Het is alsof ik de kantine van mijn voetbalclub binnenstap. Ik voel me thuis.

“Ik kom hier een leiderschapstraining geven.”

“Kom maar verder hoor. Hier moet je niet zijn!”, zegt hij met een brede Amsterdamse grijns.

Iedereen die om de brandweerauto’s loopt, komt ondertussen naar me toe en stelt zich voor.

“Ik wijs je wel even de weg.”, vervolgt hij later.

Een uur later is de groep voor de training aanwezig. Ze leren over een diepe manier van luisteren, ‘het moedige gesprek’, gedragsstrategieën et cetera.

Als Heike Huidekoper – met wie ik de training geef – en ik de deelnemers met een opdracht naar buiten sturen, stapt diezelfde brandweerman de ruimte in. Het is tenslotte zijn kazerne en wat doen die gasten hier?

“Hoe is het?”, vraag ik als hij gaat zitten.

“We zijn al drie keer uitgerukt. Gelukkig geen ernstige dingen. Je komt hier wel wat dingetjes tegen?”

“Dingetjes?”

“Deze maand heb ik een baby van drie maanden en een jonge vrouw die een zelfmoordpoging deed, gereanimeerd. En nog wat van die dingetjes”

Ik was meer dan normaal gespannen voor deze opdracht. Elke keer als ik tegen iemand zei dat ik bij de brandweer van Amsterdam ging training, zeiden ze: “Nou, maak dan je borst maar nat.” Ik wilde onbevooroordeeld de training ingaan en had niets gekeken en gelezen, maar met al die opmerkingen was het niet gelukt.

Nadat ik me heb voorgesteld en iets over mezelf deel, verdwijnt de spanning. Ik ben geraakt door de passie, het doorzettingsvermogen en de veerkracht. We hebben een fijne dag. Ze vragen me om de docu Brandmeester te kijken. Dat doe ik diezelfde avond nog en doe ook wat online research naar die heftige verhalen.

Een van de voornaamste taken van de brandweer is reanimeren. Ze zijn vaak sneller bij een incident dan de ambulance. En de gemiddelde brandweerman is sterker dan de ambulancemedewerker waardoor ze dat zware reanimeren langer kunnen volhouden. En het gaat niet om ‘standaard’ reanimaties van een oudere, maar alle leeftijden komen voorbij. En ik leer dat bij 80% van de reanimaties de gereanimeerde het niet redt. Wat intens!

“Van die dingetjes…”, vervolgt hij.

“Waarom zeg je de hele tijd ‘van die dingetjes’’ Het klinkt heftig”, zeg ik verbaasd

Hij wacht even, buigt naar voren en kijkt me aan: “Als ik het groter zou maken, dan ga ik er misschien onderdoor.”

Ik ben onder de indruk.

“Dank je wel. Dank je wel dat je dit voor ons doet.”, zeg ik instinctief. Ik voel een gevoel van dankbaarheid.

Hij kijkt weg en zegt niets. Ik zie dat hem hem raakt.

En dat raakt mij dan weer.

Een versie van dit blog verscheen op LinkedIn op 28 januari. Alle blogs kun je terugvinden op deze overzichtspagina.

MEER BLOGS

Zwembadetiquette

“Hem moet je er ook uit halen!”, zegt een man van middelbare leeftijd luid tegen de badjuffrouw van net 20. Ze probeert hem…

Paniek

Ik raak haar niet. Mijn woorden landen niet en glijden van haar af. Ze stapt niet in. Ik voel de paniek tijdens de training opkomen. Als je aan…

WIL JE MEER ZOALS DIT?

Meld je aan en ontvang de nieuwste inspiratie!