Collectie ‘Rust’

rust (geen afbreking) zelfstandig naamwoord • de ; 1201 – 1250 ~ Grieks erōè [rust], erèmos [verlaten], Welsh araf [lang­zaam, rus­tig], vgl. Duits Ru­he; 1 g.mv. de toe­stand die in­treedt (en het zich over­ge­ven daar­aan) bij het op­hou­den van ar­beid, moei­te of in­span­ning; 2 g.mv. sport kor­te, ge­re­gle­men­teer­de pau­ze in een sport­wed­strijd; 3 g.mv. na­tuur­lij­ke ont­span­ning door de slaap; 4 g.mv. figuurlijk het eind van al­le moei­ten van het le­ven; 5 g.mv. het vrij zijn van be­zig- of werk­zaam­he­den, voor­al na het neer­leg­gen van ambt of be­drijf; 6 g.mv. het vrij zijn van of de af­we­zig­heid van druk­te, last of hin­der;  7 g.mv. het vrij zijn van of de af­we­zig­heid van on­ge­noe­gen, on­enig­heid, twist, ver­war­ring, oor­log;  8 g.mv. on­ge­stoor­de, ge­lijk­moe­di­ge toe­stand van de ziel, van de geest, het ge­moed ≈ be­daard­heid; 9 g.mv. af­we­zig­heid van ge­lui­den ≈ stilte; 10 g.mv. af­we­zig­heid van be­we­ging, be­we­ging­loos­heid, het blij­ven van een li­chaam op de­zelf­de plaats; 11 g.mv. af­we­zig­heid van ver­an­de­ring; 12 rusten muziek korte tijdruimte ≈ pauze; 13 rusten cesuur in versregel; 14 rusten steun­punt van een hef­boom; 15 rusten on­der­deel aan het sluit­toe­stel van een hand­vuur­wa­pen om te be­wer­ken dat het niet kan wor­den af­ge­scho­ten; 16 rusten mid­del­ste ge­deel­te van een hoog­oven; 17 rusten scheepsbouw hou­ten of ij­ze­ren balk die in de zij­den on­der het want wordt aan­ge­bracht en dient om gro­te sprei te ge­ven aan on­der­want en par­doens; 18 rusten molenbouw  klamp op het voeg­hout van de vang

Berichten

wandelroute - south west coast path

Ode aan wandelen

Overzicht | Wandelen | Reizen – Bovenstaande afbeeldingen geven ons hersenactiviteit aan. Twintig minuten zitten en twintig minuten wandelen is het verschil tussen beide afbeeldingen. Als jij gaat staan dan gaan je hersens ook staan. Kom jij in beweging dan...