BLOG | NORBERT KOOPEN
ONTMOETEN
19 januari 2025 – Leestijd 3 minuten
Het is 2006 en ik wandel met vijf Italianen, een Engelsman en drie Nederlanders in de Noord-Italiaanse bergen. Ik weet het nog goed. Italië is net wereldkampioen voetbal geworden en een van mijn Italiaanse vrienden schalt te pas en te onpas ‘campione del mondo’ tussen de hoge toppen om vervolgens breed naar ons te grijnzen.
“Het is alsof we in een film van Fellini zitten waar een realistische gebeurtenis ook iets surrealistisch en droomachtigs heeft”
Het waren van die reizen waar je het hele jaar naar uitkeek. Vrijdag met de auto erheen, tiramisu en koffie bij Italiaanse vrienden, ’s avonds uit eten, zaterdag vroeg op, espresso en een brioche, naar de hut, zondag topje doen, afdalen naar Bergamo, zondagavond uit eten en maandag terugrijden. Het leek wel of je weken weg was. Zoveel gebeurde in dat weekeinde. Jaar in jaar uit. Elke keer een andere hut. Elke keer een andere top.
Als je de bergen ingaat en je overnacht in een hut dan moet je daar moeite voor doen. Je hebt een stevige wandeling door prachtige natuur nodig om bij je overnachting te komen.
En dan gebeurt er iets bijzonders.
Die tocht naar die hut schept een band met je tochtgenoten en de mensen die je onderweg tegenkomt. Illustratief is misschien wel het grote aantal manieren waarop je elkaar begroet in de bergen: ‘bondi’, ‘buongiorno’, ‘buonasera’, ‘ciao’, maar verreweg het mooiste vind ik het ouderwetse ‘salve’.
En ook in de hutten zijn er tussen die bergwandelaars en klimmers de mooiste ontmoetingen. Samen eten, lachen en verhalen uitwisselen.
Elk jaar heeft zo zijn verhaal, maar die ene tocht van 2006.
Als we op de tweede dag van onze tocht dicht bij de top van Pizzo Tre Signori komen, horen we gezang. Het lijkt wel of we een koor horen. Als we op de top aankomen, is er een mis aan de gang. Meer dan honderd Italianen zingen en de pastoor dirigeert. Later maak ik deze video als een groep nog blijft zingen.
We genieten en maken die legendarisch groepsfoto die lang op ons bureau stond of op een prikbord hing (het was nog een tijd waar je met een telefoon alleen kon bellen en sms’en).
Als we na een lange afdaling uitgeput in een pittoresk bergdorpje aankomen, is er een feest aan de gang. Overal hangen gele witte slingers van de rooms-katholieke kerk. We groeten de mensen in dit kleine idyllische plekje midden in de bergen en bewegen naar het verderop gelegen dorpscafé.
Als de plaatselijke fanfare – na hun optreden – bij ons komt zitten en we tijdens onze biertjes verhalen uitwisselen, beginnen ze even later speciaal voor ons te spelen. Het is alsof we in een film van Fellini zitten waar een realistische gebeurtenis ook iets surrealistisch en droomachtigs heeft.
Het verhaal kwam weer naar boven toen we – tijdens het maken van een film van een van mijn leiderschapsreizen – de volgende heerlijke ontmoeting hadden.
Twee jonge vrouwen die dezelfde route liepen, keken – elke dag als ze ons voorbijliepen – met verwondering naar onze pauzes. Wat voor oefeningen doen zij nu? En waarom wordt het gefilmd? We deelden later iets over ons avontuur.
Een van de vrouwen bestudeerde muziekbladen. Ze bleek zangeres te zijn. Bij de derde hut wist mijn cameraman Jim Fock haar te overtuigen om iets voor ons te zingen tijdens de pauze van de halve finale Nederland – Engeland van het EK voetbal in Duitsland.
Even voor tien uur ’s avonds, tussen de hoge toppen – die door de late sneeuwval nog iets van sneeuw hadden dat jaar – vertolkte zij op dat lege terras van Rifugio Fratelli Calvi een prachtige versie van ‘Liefde Van Later’ van Herman van Veen.
Bij thuiskomst raak ik nog meer onder de indruk. We waren mezzosopraan Roza Herwig tegengekomen. Luister eens naar haar.
Chaos
“Welk woord komt er bij je op als je hier naar kijkt?”, vroeg de vrouw die ik voor deze tentoonstelling…
Jaap Voigt
Jaap Voigt (1941 – heden) is een voormalig tophockeyer, opgeleid als geoloog en jarenlang actief als organisatieadviseur, coach en …
Tevredenheid
I’m back
Liefde Van Later